Wanneer mensen last hebben van hun stoelgang, grijpen zij vaak naar laxeermiddelen die op diverse manieren de afvoer van de reeds verteerde inhoud van de darm versnellen. Afhankelijk van de werkzame stof beginnen de middelen snel of minder snel te werken, dit kan de mate waarin bijwerkingen optreden beïnvloeden. Hier kunt u lezen waar u op moet letten.
Osmotische (waterbindende) laxeermiddelen - in de ontlasting werkend
Osmotische, op de ontlasting inwerkende laxeermiddelen, zoals bijv. microlavementen in een minitube, ontplooien hun werking lokaal in de endeldarm. De toegediende oplossing zet het gebonden water in de ontlasting vrij. De ontlasting wordt daardoor zacht en soepel.
Osmotische (waterbindende) laxeermiddelen - in de darm werkend
Osmotische laxeermiddelen (bijvoorbeeld Macrogol) werken door vloeistof van het bloed van de darm te verplaatsen naar de darm. Het ontlastingsvolume neemt toe, wat de receptoren in de darmwand activeert en de stoelgang inleidt.
Darmstimulerende laxeermiddelen
Deze laxeermiddelen (bijv. natriumpicosulfaat, bisacodyl) stimuleren de gladde darmspieren. Door de versterkte darmbeweging wordt de stoelgang gestimuleerd. Vloeistof wordt in de darm gebonden. Het gebonden water verhoogt het volume van de ontlasting en leidt een uitzettingsprikkel die resulteert in de leging van de endeldarm.