Mond en slokdarm
De eerste stap in de spijsvertering vindt in de mond plaats. Het opgenomen voedsel wordt met de tanden fijn gemaakt en met het speeksel vermengd tot een voedselbrij. Daarbij worden reeds in de voeding aanwezige koolhydraten gesplitst in kleinere bestanddelen. Na het inslikken komt de voedselbrij in de ca. 25-30 cm lange slokdarm terecht.
Spijsvertering in de maag
In de volgende stap wordt de fijn gemaakte voedselmassa in de maag met maagzuur vermengd en zover opgelost dat de massa vloeibaar wordt. Eventueel via het voedsel opgenomen ziektekiemen en bacteriën worden door het maagzuur gedood. Door het vrijkomen van speciale enzymen wordt in de maag de vertering van het eiwit ingeleid.
Spijsvertering in de dunne darm
In de dunne darm vindt de eigenlijke opname van de voedingsbestanddelen plaats. In het eerste deel van de 3 tot 4 meter lange dunne darm, de twaalfvingerige darm, worden de vitale bestanddelen van de voedselbrij ontleed tot hun kleinste deeltjes - tot er nog slechts individuele moleculen van over zijn. Vetten worden omgezet in vetzuren, eiwitten naar aminozuren en koolhydraten in glucose.
Via de slijmvliezen van de dunne darm komen de voedingsstoffen in de bloedbaan terecht en van daaruit in de diverse organen. De overgebleven voedselbrij bevat echter nog onverteerbare bestanddelen en vocht.
Spijsvertering in de dikke darm
In de dikke darm, waar de voedselbrij tot ca. 24 uur aanwezig is, vindt het laatste deel van het spijsverteringsproces plaats. Daar wordt de nog aanwezige vloeistof door het lichaam opgenomen. Om gevoelige waterverliezen of mineralenverschuiving te vermijden, zou de door het lichaam voor dit proces benodigde tijd niet verkort moeten worden. De onverteerbare resten worden als vaste ontlasting aan de endeldarm doorgegeven.
Naast de wateropname zorgt de dikke darm er door vitale bacteriën (darmflora) voor dat de darm schoon blijft en eventuele schadelijke bacteriën bestreden worden. Het behoud van de natuurlijke balans in de dikke darm vormt de basis voor een gezond gevoel van welzijn.
Uitscheiding in de endeldarm (rectum)
Door de onttrekking van water neemt in normale gevallen het volume van de darminhoud tot ca. 200 ml per dag af. De ontlasting wordt vervolgens zolang in de endeldarm opgeslagen tot een toereikend volume de wandreceptoren activeert en de uitscheidingsreflex inleidt.
In geval van een verstopping wordt aan de darminhoud teveel vloeistof onttrokken. De ontlasting wordt te droog en hard waardoor een 'normale' uitscheiding bemoeilijkt wordt.
MICROLAX® werkt strikt lokaal. Het middel maakt de te harde ontlasting week en door het toegenomen volume ontstaat meestal na 5 tot 20 minuten aandrang om naar het toilet te gaan.